Wie mag mee doen (en vooral wie niet)?

depression voices self criticism 1250870
Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ (Lucas 19: 5)

Een belangrijk thema in de hedendaagse samenleving en bijvoorbeeld in managementliteratuur is inclusie of inclusiviteit. Misschien denk jij ‘daar heb ik nog nooit van gehoord’. Toch zou het maar zo kunnen van wel. Het gaat namelijk over de vraag wie ergens aan mag meedoen, wie mag meepraten en wie meebeslist. En wie vooral niet! Het gebeurt in het groot en in het klein. Mensen die niet mee mogen doen, in de werksituatie, op school of in een vriendenkring, staan buitenspel. Ze worden buitengesloten en kijken toe. Afgewezen. Ken je dat gevoel?

Ik herinner me nog dat ik mijn studie had afgerond en graag aan de slag wilde. Ik kreeg afwijzing na afwijzing. Pas na 25 sollicitaties werd ik eindelijk eens uitgenodigd voor een gesprek. Of zoals iemand vertelde die niet zo heel erg sportief is, dat zij altijd als laatste gekozen werd als er in de klas groepen moesten worden gemaakt om tegen elkaar te spelen. Of zoals die tiener die uit de Whatsapp groep gegooid werd. Buitengesloten. Achtergesteld. Vooral ook pijnlijk wanneer dat door mensen gebeurt die je nabij staan. Afgewezen door vrienden, familie of misschien zelfs je eigen vader?

Zo was dat ook met Zacheüs. In zijn werk had hij het ogenschijnlijk helemaal gemaakt. Hij had het tot oppertollenaar gebracht! Hij had een aardig kapitaal verzameld. Toch was hij verre van gelukkig. Hij werd stelselmatig buitengesloten. Afgewezen. Tollenaars waren in dienst van de Romeinen en zorgden voor het innen van belasting. In een handelsstad als Jericho was het een drukke, maar goed betaalde baan. Maar werken voor de vijand werd hen niet in dank afgenomen. Sterker, tollenaars werden niet langer gezien als ‘kinderen van Abraham’. Geen jood meer. Buitengesloten. Ze hoorden niet meer bij het volk. 

Wat doe jij als jij je niet gezien of gehoord voelt? Verre van gelukkig? Zacheüs wil Jezus zien! Uit de verhalen zal hij gehoord hebben dat Jezus in staat is om een leven te veranderen. En zijn verlangen om Jezus te zien is zo sterk dat hij zich niet bekommert om zijn waardigheid. Als oppertollenaar klimt hij in een boom. Waarom? Daar wordt veel over gefilosofeerd. Omdat hij klein van stuk was? Omdat hij liever niet direct gezien wilde worden? Het maakt allemaal niet zoveel uit.

Jezus ziet mensen aan ‘met innerlijke ontferming bewogen’. Hij kijkt door de buitenkant heen. Door het bladerdek. Er is geen verstoppen aan! Hij ziet het hart aan. En het hart van Zacheüs is een verlangend hart. Op zoek naar geluk. Gezien willen worden. Gehoord. En dan vraagt Jezus: mag ik vandaag in jouw huis komen? Zacheüs zei ja. En jij? Het vandaag in de grondtekst duidt op een allesbepalende dag. Jouw antwoord doet ertoe!

Als mensen zien wij vooral de buitenkant. Vaak beseffen we niet wat er in mensen omgaat. Zijn ze gelukkig? Zo vaak blijkt dat schijn bedriegt. Het Evangelie is inclusief. Dat betekent dat iedereen welkom is, maar ook zeker niet dat elk gedrag wordt getolereerd. Er is een grens. En over deze grens moeten we het samen ook hebben. De Bijbel geeft ons daarvoor voldoende handreikingen. Maar duidelijk is dat bij Jezus iedereen welkom is. Wat een contrast met afwijzing en buitengesloten worden!

De ontmoeting met Jezus zet het hele leven van Zacheüs op zijn kop! Daar waar hij grenzen heeft overschreden, zet hij het recht. Zacheüs ruimt zijn huis op. De ontmoeting met Jezus zorgt er voor dat hij wordt zoals hij is bedoeld. De naam Zacheüs betekent letterlijk ‘zuiver en rechtvaardig’. Hoe mooi is het wanneer mensen tot hun doel komen! Wanneer jij tot je doel komt.