Een werkdag uit het leven van …

Ruth 2: 3 Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan. Het toeval wilde dat de akker waar ze kwam van Boaz was.

Hoe kan ik goed werk leveren? Een vraag die in het programma ‘Kroon op je werk’ aan de orde komt. Goed werken leveren heeft alles met ons geloof in God van doen. Tenminste wanneer je net als anderen gelooft dat God betrokken is op jouw werk. Wat dat werk ook maar inhoudt. Ik kom met regelmaat mensen tegen, zoals Fenneke, die vertellen over hoe zij ervaren dat God op een gewone werkdag bij hen is. En hoe ze God bij beslissingen betrekken. Bijvoorbeeld ook wanneer de vraag naar boven komt; waar zal ik aandacht aan geven? Aan het behalen van mijn doelstellingen óf aan mensen?

Op een willekeurige werkdag ging Ruth, als vrijwilliger, aan het werk op de akker van Boaz. In Ruth 2 lezen we dat Boaz in de loop van de dag ook zelf naar de akker komt. Hij zal benieuwd geweest zijn naar de oogst. Tenminste zo ervaar ik dat als boer ook. Benieuwd naar de opbrengst. Opmerkelijk is dat Boaz dit blijkbaar niet als eerste onderzoekt. Maar eerst heeft hij aandacht voor zijn arbeiders. Begroet hen met ‘de vrede van God’. En ontdekt hij ook dat er bij de mensen op zijn akker ook iemand is die hij niet kent. Hij kent zijn mensen. Maar deze vreemdeling, een jonge, buitenlandse vrouw, kende hij niet.

Over Boaz lezen we dat hij ‘chayil’ is. Dat wordt in de NBV vertaald als ‘belangrijk’. Boaz is een belangrijk man. Dit woord heeft een diepere betekenis. Het geeft uitdrukking aan het nobele karakter van deze welgestelde, vooraanstaande burger van Bethlehem. Dat het begroeten van zijn medewerkers met de woorden ‘vrede van God’ geen loze woorden zijn, blijkt uit zijn gedrag. Hij behandelt Ruth zoals hij zelf behandeld zou willen worden. En zijn medewerkers volgen hem daarin. Ze geven Ruth de ruimte en respecteren haar. De invloed van een leidinggevende wordt hier duidelijk zichtbaar. Zo werkt dat vaker.

Naast Boaz als werkgever, zijn medewerkers als werknemers en Ruth als vrijwilliger komt in Ruth 2 ook Naomi in beeld. Ze staat door haar leeftijd buiten het arbeidsproces. Toch moeten we de rol van Naomi niet onderschatten, zoals dat vaker geldt voor mensen buiten het arbeidsproces. Ze doen er nog steeds toe! Naomi wijst Ruth op het sociale vangnet in de Joodse samenleving van destijds. Uniek in de toenmalige wereld. God had zijn regels gegeven om gemeenschappelijk zorg te dragen voor ‘weduwen, wezen en buitenlanders’. Voor deze ‘naasten’ was er een sociaal vangnet. Naomi wijst Ruth hierop én spreekt haar moed in. Zij heeft een niet te onderschatten rol gespeeld in het vertrouwen van Ruth in de God van Israël.

Bij toeval komt Ruth op de akker van Boaz terecht. Het woord in de grondtekst is zo uniek dat het ook lastig te vertalen is. Het heeft veel weg van ‘treffen’, ‘ontmoeten’ of ‘geschieden’. Naderhand wordt duidelijk dat God hier de hand in heeft gehad. Ik zeg vaak ‘toeval is een synoniem voor God’. Door God komt Ruth op de akker van Boaz terecht. In de HSV staat ‘het overkwam Ruth’. Zo overkomt ons ook het nodige. Ruth leert ons: God heeft ons leven in de hand. God bemoeit zich met ons alledaagse leven. Juist ook op de werkvloer.

God is betrokken op ons werk. En werken is een manier om God te aanbidden, om Hem te dienen. In het Hebreeuws is ‘aanbidden’ hetzelfde woord als ‘werken’. Werk wordt door ons vaak uitgedrukt in economische termen; wat levert het op? In financieel opzicht of status. De Bijbel verzet zich tegen deze definitie van werk. Werken is dat doen wat nodig is om voor onszelf te kunnen zorgen én voor allen waarvoor wij verantwoordelijkheid dragen. Dat is goed werk leveren!