Standbeelden (aan de onbekende God, handelingen 17 : 23B)

Het zal weinig mensen zijn ontgaan dat er de laatste tijd nogal wat standbeelden zijn omgetrokken. Helden uit het verleden blijken duistere kanten te hebben gehad. Het leidt tot het herschrijven van onze geschiedenis. Black lives matter, our history no more. Ook Paulus liep letterlijk tegen standbeelden aan in Athene, zo’n 2000 jaar geleden. Daar stonden er zoveel en men vond die standbeelden zo belangrijk dat er zelfs een altaar was voor de onbekende God. Je zou er maar eens een vergeten.

Hoe is dat in mijn werkzame leven? Zijn daar ook standbeelden? Letterlijk niet denk ik maar als iemand iets heel goed gedaan heeft hoor je nog wel eens zeggen: jij verdient eigenlijk een standbeeld. En diep in ons hart vinden wij zelf toch ook al snel  dat wij een uitzonderlijke bijdrage leveren aan ons bedrijf, aan onze instelling. Onze ijdelheid wordt graag gestreeld. Een standbeeld is niet direct nodig maar een flinke bonus zou niet misstaan. Standbeelden. Die we maken van anderen en van onszelf. Onze trots wordt er mee gevoed. Maar als je beter kijkt naar die uitzonderlijke prestaties die aan mensen worden toegedicht of die wij onszelf toedichten kom je ook duistere kanten tegen. Want ons werk is natuurlijk lang niet altijd een succes. Moeten ook wij de geschiedenis van anderen herschrijven? De geschiedenis van onszelf herzien?

Dat is moeilijk en dat is pijnlijk. Dat zien we aan de black lives matter beweging wereldwijd. En vernielen van beelden verandert natuurlijk niets aan de feiten. Gedane zaken nemen geen keer. Maar je kan wel anders gaan kijken naar de werkprestaties van mensen. En dat kan heel heilzaam zijn voor anderen en voor jezelf. Het kan zelfs leiden tot een frisse en nieuwe blik op de toekomst. Het kan helpen het verleden achter je te laten. Het kan leiden tot nieuw perspectief. Zoals Paulus in Athene dat standbeeld voor de onbekende God aangreep om die nieuwe boodschap te laten horen. Dat je een nieuw leven kunt beginnen. Dat de dood is overwonnen. Dat er een man naar deze wereld is gekomen om mensen te redden (vers 30 – 31). Dat je werk in het licht van de bijbel een ander perspectief mag krijgen. Dat je niet werkt voor jezelf maar in dienst van God en van je medemens.