Misschien denkt u dat deze woorden uit de bijbel komen maar dat is niet zo. Ze komen uit het kloosterleven, uit de leefregels van Benedictus. Bidden en werken, ze horen bij elkaar, maar waar ligt nou de nadruk op? Bij de schepping wordt de mens al opgeroepen om de aarde te bewaren en te bewerken. Op veel andere plaatsen in de bijbel worden mensen opgeroepen om te bidden. Voor allebei is een tijd en een plaats. Maar hoe verhouden ze zich tot elkaar? Wat moet de meeste nadruk krijgen in ons leven?
Zoekend naar de oorsprong van deze leefregel kwam ik er achter dat die niet uit twee maar uit drie onderdelen bestaat, namelijk ora, lege et labora. Dus: Bid, lees en werk. Dat komt overeen met de drie zuilen van het kloosterleven. Bidden, lezen en werken.
Wordt daar mee de vraag naar het accent in deze uitspraak makkelijker of moeilijker? Ik denk gemakkelijker. En dat komt door de betekenis van het woordje et, en. Van mijn lessen latijn heb ik niet heel veel onthouden moet ik u zeggen maar wel dit: het voegwoordje et in het latijn verbindt woorden die bij elkaar horen met elkaar, verbindt woorden die gelijkwaardig zijn aan elkaar. En dat betekent dat die drie woorden bij elkaar horen: bidden, lezen en werken. Ze zijn aan elkaar gelijkwaardig. Zoals de trits: geloof, hoop en liefde. En hoewel de liefde in de bijbel de meeste van de drie wordt genoemd worden ze toch altijd in samenhang gesproken en bedoeld. Want wat is liefde zonder hoop, wat is geloof zonder liefde? En zo is het ook met bid, lees en werk. Ze horen bij elkaar en ze kunnen niet zonder elkaar. In het kloosterleven was er een voortdurende herhaling van deze activiteiten op vaste tijden, de handelingen liepen voortdurend in elkaar over.
Bidden tot God betekent dat je je afhankelijk van Hem opstelt in het leven, lezen in de bijbel betekent dat je je afvraagt wat God van jou wil in het leven en werken betekent dat je je gezonde verstand, dat je van God hebt gekregen gebruikt om plannen te maken en je af te vragen wat je in concrete situaties praktisch moet doen.
Anders gezegd, dat betekent dus biddend lezen in de bijbel en biddend werken, werkend vanuit het besef wat God van je vraagt en nuchter gebruik maken van je gaven en al lezend het woord van God betrekken op je werk.