Christenen getuigen van Jezus, ook op hun werk?

Hoe je nu in het leven staat heeft allemaal te maken met wie je bent geworden: hoe is je geloofsopvoeding geweest, in welke kerkelijke traditie voel je je thuis, wat is je karakter, en vooral: wat geloof je wel/niet en hoe beleef je je geloof? Wie echt gelooft dat mensen zonder Jezus verloren zijn en wie zelf iets heeft beleefd van zijn geloof, zal dan ook een veel grotere aandrang hebben om erover te spreken dan als je geloof vooral theorie en dogma is. Natuurlijk speelt je karakter hierin ook mee.

Maar wat zeg je dan? Als je bijvoorbeeld de vraag krijgt ‘En, hoe was je weekend?’ Zeg je dan ‘Gisteren hadden we een bijzonder mooie preek’ of ‘De kerkdienst was heel fijn’? Grote kans dat een jonger iemand zonder christelijke achtergrond geen idee heeft wat je dan bedoelt. Terwijl een oudere wellicht bij het woord ‘kerk’ al afhaakt vanwege negatieve associaties. Belangrijk dus om te peilen waar hij/zij staat, in hoeverre ze echt open en belangstellend zijn. En altijd op hen aan te sluiten. En misschien moet je dan helemaal niks zeggen over je zondagse invulling.

Enerzijds is zingeving en spiritualiteit heel actueel en hip. Dus kan je omgeving geïnteresseerd zijn hoe jij je geloof beleeft en vorm geeft. Anderzijds – wanneer je op een willekeurige vraag antwoordt ‘Ja, dat geloof ik wel’, kun je de reactie krijgen ‘Geloven doe je maar in de kerk, bij ons moet je het zeker weten’. Velen vinden dat geloof prive en dus voor achter de voordeur is, omdat kerk en staat gescheiden zijn. Dat benadrukt dat het inderdaad twee gescheiden werelden zijn, die je niet door elkaar moet halen.

In de bijbel vinden we dat echter niet terug. Daar is maar één werkelijkheid, en geloof en het dagelijks leven zijn daar nauw met elkaar verweven. Daar hoort ook de geestelijke wereld bij, maar die wordt in onze westerse maatschappij al helemaal weggerationaliseerd. Waarbij we gemakkelijk vergeten dat die onzichtbare wereld wel degelijk invloed heeft in onze eigen wereld.

Ons hedendaagse individualisme helpt ook niet echt. Als je al iets probeert te delen, krijg je nogal eens de reactie ‘fijn voor jou, maar ik heb dat niet nodig’, of, erger nog ‘val er mij niet mee lastig’. We leven immers ons eigen leventje, en hebben God in ons rijke land eigenlijk ook niet nodig. Althans, zo gedragen velen zich. Dat maakt dat we ons op ons werk nogal eens eenlingen voelen. Terwijl er vaak wel geloofsgenoten zijn…

Wat altijd helpt is dat je woorden kloppen met je daden. Als je één op één contact legt met een collega kun je een zekere vertrouwensband opbouwen. En die ander ook een inkijkje in je leven gunnen. Waarbij er ook ruimte is voor jouw eigen getuigenis. Dat is altijd heel krachtig, want dat valt niet te ontkennen!

Wat ook helpt is  om contact te leggen met andere christenen, één op één te praten over hoe jullie je geloof beleven op je werk. Zo’n gesprek kan aanleiding vormen om voor elkaar te gaan bidden. Of, nog krachtiger, mèt elkaar. En ook concreet te bidden of God ‘hongerige’ mensen op je pad wil brengen.

‘Heer, help ons om licht en zout te zijn zoals U dat bedoeld hebt. Ontferm U over ons!’